Conclusie

Ik begon dit profielwerkstuk met de vraag Waarom werden de christenen vervolgd, en wat was de rol van de intellectuele bovenlaag hierin? Dat heb ik vervolgens in vijf deelvragen uitgewerkt. Essentieel is om naar de aard van de vervolging te kijken. Wanneer gebeurde het? In wat voor situatie, wie nam welke positie in, en boven, waarom gebeurde het. Christenen werden niet constant actief vervolgd. In de periode die ik bestudeerd heb, kan ik minstens drie, maximaal vijf golven van vervolging aanwijzen. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat er in de tussentijd een soort ‘gemaakte vrede’ was. Een soort passieve onderdrukking, misschien wel te vergelijken met de situatie van de christenen in het Turkije van tegenwoordig. Openlijk bekennen dat je Christen bent, heeft gevolgen. In Noord-Afrika was dit voor een heel aantal de dood, maar ook gevangenschap en verachting hoorden erbij. Christenen leefden onder de druk van haat.

Als dit de situatie was in Noord-Afrika, hoeft dat natuurlijk niet te betekenen dat het in alle provincies zo was. Dat lijkt logisch, maar ik heb bewezen dat het optreden van de overheid tegen de christenen sterk decentraal was. Op een moment kan het in Noord-Afrika een periode van vervolging zijn, terwijl het in Rome vrij rustig is. Er zijn wel keizerlijke instructies geweest, maar hun rol was minimaal. Pas als Keizer Decius in 250 een systematische vervolging opzet, komt er een verandering in die situatie. De keizerlijke instructies zijn niet van doorslaggevend belang, maar de briefwisseling tussen Trajanus en Plinius geeft wel een duidelijke indicatie van de denkrichting van de overheidsdienaren. Christenen moeten niet opgespoord worden, maar als ze aangebracht worden, moeten ze wel gestraft worden. Ik denk dat de christenen vervolgd werden omdat ze zich afzonderde van de wereld. Het christendom is exclusief monotheïstisch. Ze accepteren geen andere goden naast hun God. Daarmee verklaren ze dat heel de Romeinse wereld verder ongelijk heeft, en eigenlijk demonen aanbid. Op deze basisgedachte stapelde zich een heel aantal beschuldigingen. Een aantal te absurd voor woorden, maar een aantal met een sterke ondergrond. Het weigeren te offeren voor de genius van de keizer, was een openlijke daad van revolutie. Als je offerde, erkende je de keizer als absolute autoriteit. Ik wil niet zover gaan om te zeggen dat het offer enkel een administratieve handeling was, het had namelijk ook een religieus karakter, maar voor de Romeinen zat dit er zeker ook in.

De overheid is niet dé grote boosdoener achter de vervolging. De publieke opinie van het gewone volk was de spil. De volkswoede richt zich op een groepering binnen de samenleving. Vraag blijft waarom precies deze groepering het doelwit wordt. Daarin zie ik de invloed van de antichristelijke intellectuelen. Ik denk dat deze redenaars weldegelijk een grote rol gespeeld hebben bij het richten van de volkswoede. We kennen uit Noord-Afrika een redenaar, Fronto, die beschuldigingen tegen de christenen verspreid. In zijn geval waren dit absurde gedachtes, maar bij Celsus zien we dat er weldegelijke redelijke argumenten zijn tegen het christendom. Daarom denk ik (achteraf) dat mijn titel niet helemaal goed is, ‘Odii Erga Nomen Christianorum’ slaat op de situatie waarin de christenen leven. De sfeer is haatdragend, maar vervolging komt niet alleen voort uit haat, maar ook uit onbegrip, en misschien wel een stukje miscommunicatie. Typisch is dat zowel Celsus als Tertullianus de overeenkomsten tussen kerk en staat aangeven, om vervolgens de exclusiviteit van de kerk te benadrukken. Celsus zegt dat de kerk plagiaat pleegt, Tertullianus zegt dat de filosofen dat doen. Celsus ergert zich aan het ontbreken van de discussie, christenen geven geen gewoon antwoord. Maar ik denk dat dat niet helemaal waar is. Ik vermoed dat Celsus zijn boek geschreven heeft omdat er juist een generatie christenen aankomt die weldegelijk een discussie aangaan. De apologeten bijvoorbeeld, blijken met sterke argumenten te komen, en kunnen het christendom brengen als een logische opvolger van het Griekse filosofisch denken. Celsus probeert barrières op te werpen die er eigenlijk niet zijn, of die steeds kleiner worden. De kerk nadert naar de samenleving. Daarbij blijkt Celsus fel aanhanger van Plato en zijn true doctrine te zijn. Er is een ‘grote godheid’ en deze is de baas, en zijn taken zijn gedelegeerd naar de kleinere goden. Celsus heeft goed nagedacht over zijn strategie, en geen bijvoorbeeld ook geen enkel krediet aan de joden.

Tertullianus verdedigt zich tegen de redelijke en onredelijke beschuldigingen, maar laat zien dat die beschuldigingen (zelfs al waren ze waarheidsgetrouw) niet genoeg zijn om christenen te gaan vervolgen. Die vervolging druist in tegen de Romeinse rechtsstaat, en er zit dan ook geen logica achter, maar haat. Tertullianus wijst het volk aan als de ergste ophitsers, Laat dat het mindere volk zijn, toch zijn het Romeinen, en er zijn geen ergere ophitsers tegen de christenen dan juist het gewone volk1 Tertullianus is niet anti-joods. Wel wijst hij op de rol die de joden spelen in de vervolgingen, maar hij gebruikt ook het ouderdomsargument van het Oude testament. Hij erkent de joodse wortels van het christendom. De invloed van Tertullianus op de christenen is groot geweest. Ondanks zijn afsplitsing van de kerk (en dus zijn dood als ketter) is hij een belangrijk kerkvader. Hij heeft laten zien dat geloof niet alleen een kwestie van gevoel is, maar dat er ook te argumenteren valt. De logica en filosofie sluiten het christendom niet uit. De heidenen zullen niet onder de indruk geweest zijn van zijn apologeticum, hoewel de stijl en de vorm van het pleidooi volgens de kunst waren. Zijn demonenleer is voor de heidenen niet acceptabel, en maakt de kloof tussen christen en samenleving alleen nog maar groter. Tertullianus zet zich af tegen de samenleving, maar laat ook zien dat vervolging heel vreemd is, en geen goede basis kent.

Ik denk dus dat de intellectuele elite weldegelijk invloed heeft gehad op de christenvervolging. Niet zozeer via de wetten, of via de overheid, maar wel via de redenaars, en het gewone volk.


1.Apologeticum, 36,8

Naar boven naar boven



|  Copyright© 2005 by M. Brand - info@christenvervolging.tk |
  |